Opgelet: wij ontvangen u voortaan alleen op afspraak in al onze kantoren

Rechten en taksen

WETTEN

  • Wet van 14 oktober 2018 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen. – Erratum
    (B.S. van 8 mei 2019)

  • Wet van 11 februari 2019 houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen

(BS van 22 maart 2019; Ed. 1, erratum : 8 mei 2019 ; inwerkingtreding : 30 juli 2018 en 1 januari 2019)

Artikel 80 van deze wet vult artikel 10 van het Wetboek diverse rechten en taksen aan. Dat was nodig ingevolge de wijziging ervan bij de wet van 11 juli 2018[1] waarbij het toepassingsgebied van dat artikel 10 onbedoeld werd uitgebreid. De wijziging van:artikel 80 werkt terug tot de datum van inwerkingtreding van de voormelde wet van 11 juli 2018 (art. 81 van de wet)

Artikel 82 van deze wet past op het federale niveau artikel 921 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten aan om te vermijden dat een tweede registratierecht moet betaald worden bij de vestiging van een tweede hypotheek tot waarborg van dezelfde schuld en voor eenzelfde bedrag. Krachtens art. 83 van deze wet werkt artikel 82 terug tot op 1 januari 2019, omdat er werd overeengekomen met de Gewesten om de op de verschillende niveaus nodige wijzigingen van de regelgeving uitwerking te laten hebben op 1 januari 2019.

  • Wet van 17 maart 2019 tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

(BS 10 mei 2019, inwerkingtreding 1 mei 2019)

De hoofdstukken 3 tot 5 passen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen aan: 

1° het Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten;

2° het Wetboek van Successierechten;

3° het Wetboek diverse rechten en taksen.

  • Wet van 28 april 2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 5 april 1955

(BS van 6 mei 2019; inwerkingtreding 16 mei 2019)

De artikelen 23 t.e.m. 25 hebben tot doel in het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (hierna afgekort als W. Reg.) de wettelijke basis te creëren voor de nieuwe wijze van aanbieding ter registratie van onderhandse huurcontracten op een papieren drager, als onderdeel van het transversale project DigiFin.

De wijziging van artikel 210 van het W. Reg. was nodig naar aanleiding van het arrest nr. 80/2013 van 6 juni 2013 van het Grondwettelijk Hof dat heeft geoordeeld dat het niet redelijk verantwoord is dat het veroordelingsrecht verschuldigd is naar aanleiding van een voorwaardelijke veroordeling waarbij de voorwaarde niet in vervulling gaat en waarbij het niet in vervulling gaan van die voorwaarde leidt tot een resultaat dat gelijk is aan dat van het afwijzen van een verzoek, terwijl dat recht niet verschuldigd is naar aanleiding van een vonnis of een arrest waarbij het verzoek uitdrukkelijk wordt afgewezen. (art. 26 van de wet)

Artikel 27 van de wet corrigeert in de Franse tekst een fout die geslopen is in de aanpassing van artikel 150 W. Succ. bij de wet van 22 oktober 2017 houdende diverse fiscale bepalingen.

De artikelen 46 t.e.m. 51 van de wet passen de artikelen 80, 83, 88, 89, 110 en 115 van de hypotheekwet aan teneinde de vervulling van de formaliteiten vereist van de kredietgevers, notarissen en ontleners te vereenvoudigen wat de keuze van woonplaats betreft, mede met het oog op het bewaren van de samenhang binnen de hypotheekwet.

  • Wet van 2 mei 2019 houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I

(B.S. 15 mei 2019; inwerkingtreding 25 mei 2019)

Artikel 39 van deze wet corrigeert in de Franse tekst een fout gemaakt bij de wijziging van artikel 150 van het W. Succ. door de wet van 22 oktober 2017 houdende diverse fiscale bepalingen.

KONINKLIJKE BESLUITEN

  • Koninklijk besluit van 28 januari 2019 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en het houden van de registers in de griffies van de hoven en rechtbanken

(BS van 31 januari 2019; inwerkingtreding 1 februari 2019)

Dit koninklijk besluit vervangt het koninklijk besluit van 13 december 1968 met hetzelfde opschrift. Het nieuwe koninklijk besluit bevat, naast de updating van de nog relevant zijnde bepalingen van het oude besluit, de uitvoering van de nieuwe artikelen 288 en 288bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. In uitvoering van die artikelen bepaalt het besluit de procedure van de heffing en de invordering van de rolrechten en van de boete die verschuldigd is in geval van laattijdige betaling van het rolrecht.

  • Koninklijk besluit van 16 juli 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 2017 houdende uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het nationaal pandregister betreffen

(BS van 5 augustus 2019; inwerkingtreding 15 augustus 2019)

Dit koninklijke besluit wijzigt het koninklijk besluit van 14 september 2017 met als doel de mogelijkheden van identificatie en authenticatie van een gebruiker van het pandregister uit te breiden overeenkomstig de technologische evolutie op het vlak van authenticatiemiddelen.

  • Koninklijk besluit van 18 juli 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en het koninklijk besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften

(BS van 3 augustus 2019; inwerkingtreding 23 augustus 2019 behalve artikel 7: 6 juni 2019)

Dit koninklijk besluit beoogt de mogelijkheid om in speciën te betalen op de kantoren van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie zoveel als mogelijk uit te sluiten. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de met dat doel te wijzigen uitvoeringsbesluiten te updaten.

  • Koninklijk besluit van 22 juli 2019 tot vaststelling van de openingsuren van de kantoren van de Administratie Rechtszekerheid

(BS van 6 augustus 2019; inwerkingtreding 1 oktober 2019)

Dit koninklijk  besluit vervangt een besluit van 12 februari 1960 waarin de openingsuren van de kantoren van de Administratie Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie werden bepaald. Die kantoren waren toegankelijk voor het publiek van 8 uur tot 12 uur, op alle werkdagen behalve de zaterdag.

Het nieuwe besluit bepaalt de toegankelijkheid van 9 tot 12 uur op maandag tot vrijdag, behalve op:

1° feestdagen bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen;

2° 2 en 15 november;

3° brugdagen toegekend aan het federale overheidspersoneel.

  • Koninklijk besluit van 22 juli 2019 betreffende de elektronische verzending van de berichten en lijsten bedoeld in de artikelen 96 en 97 van het Wetboek der successierechten, houdende nadere regels betreffende die kennisgeving en houdende wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten

(BS van 5 augustus 2019; inwerkingtreding 1 september 2019)

Dit koninklijk besluit en het bijhorend ministerieel besluit zorgen voor de juridische omkadering om de in de artikelen 96 en 97 van het Wetboek der successierechten bedoelde berichten en lijsten op elektronische wijze te verzenden aan de FOD Financiën in plaats van de verzending op papier.

Bovenvermelde besluiten vormen een onderdeel van de digitalisering en modernisering van de werking van de FOD Financiën

  • Koninklijk besluit van 29 augustus 2019 tot aanpassing van sommige federale fiscale bepalingen aan het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en aan het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen

(BS van 13 september 2019; inwerkingtreding 1 mei 2019[2] en 23 september 2019[3])

Hoofdstukken III tot V passen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen aan:

1° het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen;

2° het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten;

3° het koninklijk besluit van 7 december 2016 houdende regeling van de aanbieding op gedematerialiseerde wijze van onderhandse huurcontracten tot de formaliteit van de registratie;

4° het koninklijk besluit van 17 februari 2019 tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

Artikel 31 heft een bepaling op die betrekking heeft op een taks die zelf al werd opgeheven bij de wet van 25 april 2014 (de uitzonderlijke taks op de stortingen bestemd voor het lange termijnsparen).

  • Koninklijk besluit van 11 november 2019 betreffende het aanvragen door notarissen en geregistreerde gebruikers van hypothecaire inlichtingen en het afleveren ervan door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie

(BS van 25 november 2019; inwerkingtreding 1 januari 2020)

Dit besluit voorziet de automatische aflevering van hypothecaire inlichtingen voor aanvragen door notarissen et geregistreerde gebruikers

MINSTRIËLE BESLUITEN

  • Ministeriële besluit van 23 juli 2019 houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de elektronische verzending van de in de artikelen 96 en 97 van het Wetboek der successierechten bedoelde kennisgevingen en lijsten

(BS van 5 augustus 2019; inwerkingtreding 1 september 2019)

Zie supra samenvatting van het KB betreffende de elektronische verzending van de berichten en lijsten bedoeld in de artikelen 96 en 97 van het Wetboek der successierechten, houdende nadere regels betreffende die kennisgeving en houdende wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten.

 

[1] Wet van 11 juli 2018 in het kader van de integratie van de hypotheekkantoren in de Administratie Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de nieuwe organisatie-en bevoegdheidsverdeling binnen de Administratie Rechtszekerheid

[2] De artikelen 28,2°, 29, 30, 32,1°,en 2°, 33, 34,2° en 36

[3] De artikelen 28,1°, 31, 32,3°, 34,1°, 35, 37 en 38